Bij lokale verdoving wordt enkel de plaats van de operatie verdoofd. Hierdoor is er geen pijn van de operatie maar kan de hand, pols of elleboog wel nog bewogen worden.
Bij een algemene anesthesie wordt u in een diepe slaap gebracht. Eens u slaapt wordt er een buisje in de keel geplaatst, en wordt de ademhaling overgenomen door een beademingstoestel. Wanneer de operatie klaar is, gaat u naar de ontwaakzaal, waar de pijn zal behandeld worden met pijnstillers.
Bij locoregionale anesthesie, wordt het gevoel en/of de beweging van een bepaald lichaamsdeel uitgeschakeld, zoals de arm of de hand, waardoor de patiënt hier geen pijn voelt zowel tijdens als na de operatie.
Locoregionale anesthesie wordt gebruikt om pijn tijdens en na de operatie te voorkomen. Meestal wordt locoregionale anesthesie gecombineerd met slaapmedicatie, zodat u zich goed kan ontspannen tijdens de operatie en rustig kan slapen onder een lichte roes. Het kan ook indien de patient dit wenst, als enige vorm van anesthesie worden gebruikt, zodat de patiënt wakker blijft tijdens de operatie. Locoregionale anesthesie kan ook gecombineerd worden met een algemene anesthesie, in functie van de aard en duur van de ingreep. Dit alles steeds in overleg met de chirurg, de anesthesist en de patient zelf.
Lokale anesthetica blokkeren de zenuwgeleiding en worden gebruikt voor locoregionale anesthesie. Ze verhinderen het optreden van pijn en verminderen de spierkracht tot het zenuwblok is uitgewerkt. Er bestaan kortwerkende en langwerkende lokale anesthetica, de keuze wordt bepaald in functie van de ingreep.
Het plaatsen van een zenuwblok mag geen onaangename ervaring zijn. Meestal wordt net voor de aanvang van de procedure wat medicatie toegediend die de spanning en angst wegnemen. De zenuwen die verantwoordelijk zijn voor de gevoeligheid van de arm en hand bevinden zich ter hoogte van de hals, rond het sleutelbeen, ter hoogte van de oksel, in de arm en in de hand. Afhankelijk van de aard van de ingreep zal de anesthesist bepalen op welke plaats deze zenuwen het best verdoofd worden.
Met behulp van een echografietoestel kunnen de zenuwen in beeld gebracht worden, en kan de anesthesist onder direct zicht een naaldje naast de zenuw of zenuwbundel plaatsen, om dan vervolgens het lokaal anestheticum in te spuiten rond de zenuw. Dit wordt op een veilige en gecontroleerde manier gedaan, door specialisten met veel ervaring.
Vaak wordt ook de huid op de plaats waar het naaldje geplaatst wordt lokaal verdoofd, zodat dit weinig tot geen last zal bezorgen. Het naaldje wordt verbonden met een zenuwstimulator, om zo veilig mogelijk te kunnen werken, waardoor u mogelijks lichte stroompjes kan gewaarworden in de arm wanneer de naald in de buurt van de zenuw komt. Dit kan een vreemd gevoel geven maar doet geen pijn.
Zodra de verdoving wordt ingespoten, kan u een warm en tintelend gevoel gewaar worden, waarna de arm en/of hand heel zwaar zal aanvoelen. Mogelijks wordt de kracht volledig uitgeschakeld. Dit is normaal.
Zenuwbloks worden in onze praktijk dagdagelijks uitgevoerd voor orthopedische ingrepen. Ons anesthesieteam is zeer gespecialiseerd in deze verdovingstechnieken. Tijdens de ingreep wordt u continu door een arts (anesthesist) opgevolgd en indien u toch nog pijn zou voelen of niet comfortabel zou zijn, kan dit dadelijk begestuurd worden met extra medicatie. Dit is echter eerder een uitzondering.
De duur van de verdoving hangt af van het lokaal anestheticum dat wordt toegediend. Bij benadering;
- voor een kortwerkende verdoving ongeveer 3 tot 4 uren
- voor een langwerkende verdoving ongeveer 12 tot 18 uren
Meestal mag u dezelfde dag naar huis en zal de verdoving op dat moment nog werken. U krijgt van de arts een voorschrift mee voor pijnmedicatie. Het is heel belangrijk om de pijnmedicatie reeds te starten eens u thuis bent d.w.z. systematisch een pijnstiller innemen. Dit om te voorkomen dat de pijn plots opkomt als het verdoving is uitgewerkt. Zeker wanneer de tintelingen in de arm/hand terugkomen, of als u terug meer gevoel krijgt in de geopereerde arm/hand, is het belangrijk dat u een pijnstiller inneemt.
- Dankzij locoregionale anesthesie moet de anesthesist veel minder of geen krachtige pijnstillers toedienen, waardoor de nevenwerkingen van algemene anesthesie, zoals misselijkheid, braken en duizeligheid na de operatie vermeden kunnen worden
- De verdoving blijft ook na de operatie verder werken, waardoor u heel comfortabel en pijnvrij bent voor de eerste uren na de operatie.
- Voor patienten met hart- of longziekten kan het heel voordelig zijn om een algemene anesthesie te vermijden
- De tijd in de ontwaakzaal is meestal heel beperkt, u kan snel terug naar de kamer
- Na de operatie kan u snel terug eten en drinken
U kan de anesthesist spreken tijdens de preoperatieve raadpleging. Daar wordt uw medisch dossier bekeken en wordt samen met u een plan gemaakt voor de meest geschikte verdovingstechniek voor uw operatie. Tevens kan u de dag van de operatie zelf bijkomende vragen met uw anesthesist bespreken.