Symptomen & diagnose
Een elleboogontwrichting of -luxatie ontstaat meestal door een val of een slag op de arm of elleboog. Hierbij gaat de elleboog uit de kom.
Symptomen van een elleboogontwrichting?
Bij een acute ontwrichting voelt u pijn en kan u uw elleboog onmogelijk nog bewegen. Soms springt de elleboog spontaan terug. In elk geval gaat u best meteen naar de spoedgevallendienst.
Diagnose van een elleboogontwrichting?
Een radiografie bevestigt de diagnose. Een bijkomende CT-scan is soms aangewezen om eventuele breuken beter in het licht te stellen.
Behandeling
Op de spoedgevallendienst wordt uw elleboog terug op zijn plaats gezet wanneer deze uit de kom is. Nadien nemen we een nieuwe röntgenfoto om de juiste positie van het gewricht te bekijken. Daarbij controleren we ook of er geen breuken of losse fragmenten in de elleboog zitten. Tenslotte wordt de stabiliteit van het ellebooggewricht getest, zo nodig onder algemene verdoving.
Bij breuken, losse fragmenten of instabiliteit is soms een operatie nodig.
Operatie
Operatief ingrijpen na een elleboog ontwrichting is soms nodig bij geassocieerde breuken, losse fragmenten of bij belangrijke instabiliteit. De aard van de letsels bepaalt of dit gebeurt via een kijkoperatie ofwel met een open procedure.
Een kijkoperatie van de elleboog voeren we uit onder algemene verdoving in daghospitaal. We verwijderen de losse fragmenten door kleine kijkgaatjes. Daarnaast voeren we indien nodig een stabilisatie uit. Hierbij zetten we de gescheurde ligamenten vast met een botanker.
Een open elleboogoperatie gebeurt ook in het dagziekenhuis, maar kan onder locoregionale of algemene verdoving. Hierbij verwijderen we via een snede aan de buitenkant alle botstukken. Breuken en een eventuele stabilisatie opereren we ook volgens deze werkwijze. Bij een stabilisatie zetten we de gescheurde ligamenten vast met een botanker.
Voor meer informatie over de verschillende verdovingen, klik hier
Mogelijke complicaties zoals infectie, wondprobleem, zenuwletsels, ... komen heel zelden voor (< 1%). Typische complicaties voor een elleboogoperatie zijn verstijving van de elleboog (1-5%) en een zenuwletsel. Aangezien er drie zenuwen rond de elleboog lopen, lopen deze tijdens een operatie in gevaar. Een zenuwletsel komt niet vaak voor (1-5%) en is meestal voorbijgaand.
Nazorg
Na de operatie of reductie leggen we uw elleboog 24 uur in de gips. Hierdoor krijgt uw elleboog de kans om te ontzwellen. Langzaam mag u de elleboog steeds meer strekken. Het opbouwen van deze beweging verloopt onder begeleiding van een kinesitherapeut. Na zes weken mag u de brace weglaten om uw kracht verder op te bouwen.