Duimartrose

Verschillende operatieve ingrepen zijn mogelijk. Welke voor u meest aangewezen is, bepalen we aan de hand van de radiografische bevindingen, uw leeftijd, uw beroepsomstandigheden en uw hobby’s.

• Bij een duimprothese vervangen we het eigen versleten gewricht door een kunstgewricht. Dit leidt tot een snellere revalidatie met terugkeer van de normale beweeglijkheid en kracht. Net zoals voor overige protheses (bijvoorbeeld heup en knie) geldt ook hier een kleine kans op loslating, ontwrichting of vroegtijdige slijtage. Bekijk de operatievideo.
• Bij een trapezectomie nemen we het os trapezium weg. Rond dit beentje aan de basis van de duim bevindt zich de slijtage. Wanneer we dit beentje verwijderen, halen we ook het pijnlijke contactpunt weg. Vervolgens reconstrueren we met een stuk pees uit de onderarm het stabiliserend ligament van de duimbasis. Tenslotte rollen we het peeseinde op tot een klein bolletje waarmee we het weggenomen beentje vervangen. Deze operatie vereist een langere revalidatie in vergelijking met een duimprothese. U mag na de revalidatie opnieuw een goede mobiliteit verwachten. De kracht van de duim neemt stapsgewijs toe tot meer dan een jaar na de ingreep. Bekijk de operatievideo.
• Een vastzetoperatie – ook wel artrodese genoemd – voeren we minder frequent uit voor de behandeling van duimartrose. Bij deze operatie zetten we het duimbasisgewricht vast.
• Bij beginnende duimartrose behoort een herrichtingsosteotomie tot de mogelijkheden. Met deze operatie optimaliseren we de krachtenverdeling in het gewricht zodat we de verdere slijtage tijdelijk stoppen.

Al deze ingrepen gebeuren onder locoregionale of algemene verdoving via dagkliniek. (Voor meer informatie over de verschillende verdovingen, klik hier)

Een overzicht van het gebruik van deze operaties in België vindt u hier: https://www.gezondbelgie.be/nl/medische-praktijkvariaties/musculoskeletaal-stelsel/bovenste-ledematen/chirurgie-voor-rhizartrose