Symptomen & diagnose
Artrose of gewrichtsslijtage treedt meestal op ter hoogte van de eindgewrichten (distale interfalangeale gewrichten of DIP) van de vingers.
Minder frequent tast deze aandoening ook de overige vingergewrichten aan: de proximale interfalangeale (PIP) en de metacarpofalangeale gewrichten (MCP).
Symptomen van vingerartrose?
- Pijn en zwelling van de vingers
- Scheefstand
- Verminderde beweeglijkheid
- Frequent treden er benige verdikkingen op ter hoogte van de eindkootjes van de vingers (Heberden noduli). Deze moeten we onderscheiden van met vocht gevulde mucoid cysten die ook bij vingerartrose kunnen voorkomen.
Diagnose van vingerartrose?
Radiografie van de vinger geeft een beeld van de kraakbeenverdunning, botaanwas en botkwaliteit.
Behandeling
De pijnklachten behandelen we met medicatie, een brace en cortisone inspuitingen in het gewricht. Bij zware hinder is een operatie aangewezen.
Operatie
Er bestaan verschillende mogelijke ingrepen:
- Vastzetoperatie
Artrose van de eindgewrichten van de vingers (DIP) behandelen we met een vastzetoperatie (artrodese). Dit verlicht de pijn en leidt amper tot functievermindering. Bewegingssparende operaties bestaan niet voor de eindgewrichten. Klik hier voor de operatievideo. - Gewrichtsvervangende prothese
Artrose van het proximale interfalangeale gewricht (PIP) en het metacarpofalangeale gewricht (MCP) kunnen we behandelen met een prothese.
Prothesechirurgie verlicht de pijn uitstekend. De beweeglijkheid van het gewricht blijft gevrijwaard, maar verbetert meestal niet.
Bij uitgesproken misvorming of bij patiënten die de handen veel belasten wordt ook op niveau van de PIP- en MCP-gewrichten best overgegaan tot een vastzetoperatie (artrodese).
Deze ingrepen gebeuren onder locoregionale of algemene verdoving via dagkliniek. (Voor meer informatie over de verschillende verdovingen, klik hier)
Bekijk hier de operatievideo van een prothese voor het PIP
Bekijk hier de operatievideo van een prothese voor het MCP
Nazorg
- Als we het gewricht hebben vastgezet (artrodese), vermijdt u belasting voor een periode van zes weken.
- Wanneer we het gewricht hebben vervangen door een prothese, immobiliseren we de vinger twee weken in een spalk. Nadien mag u de vinger overdag opnieuw bewegen, afgewisseld met een strekspalk gedurende de nacht en dit tot 6 weken na de ingreep. Vanaf 6 weken zijn vrije mobilisatie en belasting opnieuw toegestaan.
- Als het herwinnen van de vingerbeweging moeilijker is kan een behandeling bij een kinesist nodig zijn. U kan hier ook een schema downloaden met vingeroefeningen die u thuis kan uitvoeren: Oefenschema vingers.pdf. Bij het vastzetten van een gewricht blijft dit stijf, wel kan U de andere gewrichten met deze oefeningen soepeler maken.