Symptomen & diagnose
Bij de mens is er van nature een zekere variatie in de lengte van de twee onderarm beenderen (radius en ulna). Zelden zijn deze perfect even lang. Soms wordt dit verschil nog groter na een doorgemaakt ongeval met breuk van de radius of de ulna.
Wanneer de ulna langer is dan de radius kan dit overdruk bezorgen aan deze zijde van de pols, met pijn aan de pinkzijde van de pols bij belasting tot gevolg. Dit wordt het ulnocarpaal impingement syndroomgenoemd.
De lengte van de onderarm beenderen wordt op radiografie bepaald. Met MRI-scan kunnen bijkomende afwijkingen zoals een scheur van de tussenliggende polsmeniscus (TFCC), kraakbeenletsels of botoedeem worden vastgesteld.
Behandeling
De pols kan ontlast worden door het dragen van een polsbrace bij belasting.
Soms kan het nodig zijn een aangepast toetsenbord en/of muis te gebruiken. Repetitief wringen en heffen dient vermeden te worden.
Operatie
De ulna kan worden doorgezaagd en ingekort zodat deze even lang tot iets korter is dan de radius. De mate van verkorting kan dankzij aangepast chirurgisch materiaal zeer nauwkeurig worden bepaald. Bekijk de operatievideo.
Deze ingrepen gebeuren via daghospitalisatie onder locoregionale of algemene verdoving. (Voor meer informatie over de verschillende verdovingen, klik hier)
Nazorg
Twee weken onderarmgips. Nadien draagt u een polsbrace. Als het bot voldoende genezen is, ten vroegste vanaf zes weken na de operatie, mag u de pols opnieuw belasten.
Als het herwinnen van de polsbeweging moeilijker is kan een behandeling bij een kinesist nodig zijn. U kan hier ook een schema downloaden met oefeningen die u thuis kan uitvoeren: Oefenschema pols.pdf