De meerderheid van onze ingrepen gebeuren onder lokale of locoregionale verdoving . Deze verdoving kan enkele uren tot een dag duren, afhankelijk van het type en de gebruikte medicatie.
U kan met het meegegeven medicatievoorschrift pijnstillers gaan halen bij de apotheker. Volg steeds de instructies op het voorschrift. Indien er andere medicatie moet genomen worden zoals bijvoorbeeld antibiotica, zal ook dit meegegeven worden op voorschrift.
Wij organiseren steeds een controle afspraak enkele dagen na de ingreep om mogelijke complicaties vroegtijdig op te sporen. Het aantal controles is afhankelijk van het type ingreep.
Uw verband moet steeds gesloten blijven tot aan de eerste controle raadpleging tenzij het u anders meegedeeld werd door uw behandelde arts. Wij doen de eerste verbandwissel. Indien er nadien nog specifieke wondverzorging nodig is, zal u dan deze instructies krijgen.
In de regel dient een wonde 10 tot 14 dagen droog en proper gehouden te worden met een verband. U dient dus uw wonde af te schermen tijdens het wassen en douchen. Meestal gebruiken we hechtingen die dienen te worden verwijderd 10 tot 14 dagen na de ingreep.
De eerste 24 tot 48 uur na de ingreep is het belangrijk om uw hand in hoogstand te houden. Dit wil zeggen dat de hand hoger moet zijn dan de elleboog en de elleboog hoger dan de schouder. Indien de zwelling beperkt blijft hoeft dit niet langer verder gezet te worden.
Indien er toch veel zwelling optreedt ondanks de hoogstand, kan lokale ijsapplicatie gestart worden.
Meestal geven we de vingers die bewogen mogen worden voldoende ruimte in het verband zodat vroegtijdigemobilisatie van de vingers gestart kan worden.
Indien er toch nog problemen zijn ondanks het volgen van deze instructies, kan u best contact opnemen met ons secretariaat op het nummer 089/326118 - 089/326101 (Ziekenhuis Oost-Limburg) of 089/56 57 82 (Ziekenhuis Maas en Kempen) of kan u steeds terecht op de spoedgevallendienst op ZOL campus Sint-Jan of Ziekenhuis Maas en Kempen.
Wij wensen u van harte een vlot herstel.
Dr. J. Duerinckx
Dr. P. Caekebeke