Ook voor hand-, pols- en elleboogchirurgie gelden de risico’s die bestaan voor elke chirurgische behandeling. Deze risico’s omvatten zwelling en blauwe plekken in het wondgebied.
Door de hand na een operatie consequent omhoog te houden, vermindert u de zwelling en de blauwe plekken. Bij zwelling gebruikt u in eerste instantie best ijs.
Het risico op beschadiging van bloedvaten of zenuwen ligt hoger bij een heringreep na een vroegere operatie. Deze ingrepen gebeuren niet meer in gezond weefsel, maar in een littekenweefsel. In dit weefsel verkeren de anatomische structuren niet meer in hun oorspronkelijke staat.
Een mogelijke complicatie aan elke operatie is een post-operatieve infectie. Bij roodheid, pijn en koorts dient U het ziekenhuis te contacteren of U aan te melden bij de spoedgevallendienst. Door het tijdig behandelen van deze complicatie beperken wij de negatieve gevolgen tot een minimum.
In zeer zeldzame gevallen treedt een zogenaamde dystrofie op (reflex sympathische stoornis, complex regionaal pijnsyndroom, Südeck). Deze stoornis in de bloedsomloop leidt mogelijk tot een langdurige, soms pijnlijke zwelling van de hand en bewegingsbeperking.
Door het tijdig behandelen van deze stoornis in de bloedsomloop, beperken we de gevolgen tot een minimum. Voor elke operatie informeren we u over eventuele specifieke risico’s van de geplande ingreep.
Uiterlijk één week voor de operatie stopt u best met roken of bouwt u het roken sterk af. Roken verstoort de doorbloeding van het weefsel waardoor de risico’s op complicaties na de operatie stijgen.
Zo vermindert roken de bloedvoorziening naar de vingers met 42%, waardoor de kans op problemen bij het genezen van de wond aanzienlijk stijgt. Botgenezing verloopt bij rokers 30% trager dan bij niet-rokers. Ook het ingroeien van prothesen verloopt moeilijker.
Zowel in het Ziekenhuis Oost-Limburg (ZOL) als het Ziekenhuis Maas en Kempen (ZMK) werken wij aan de conventietarieven. U krijgt onze chirurgische behandelingen daarom volledig terugbetaald op het remgeld na.
Indien u een verblijf op een eenpersoonskamer verkiest, zijn hogere kosten verbonden aan uw behandeling. Bespreek dit met uw hospitalisatieverzekering. Wenst u vooraf een gedetailleerde prijsberekening? Deze kan u opvragen bij de financiële dienst van het ZOL of ZMK.
Voor operaties die langer duren dan één uur, varieert de wachtlijst tussen zes weken en drie maanden. Kleinere ingrepen korter dan één uur plannen we binnen de één à vier weken in.
Voor kleine ingrepen onder lokale verdoving hoeft u niet nuchter te zijn.
Voor alle ingrepen onder locoregionale of algemene narcose moet u wel nuchter zijn. U eet en drinkt niet meer vanaf zes uur voor de operatie. Alleen het innemen van medicatie met een klein slokje water mag.
Als u bloedverdunnende medicatie gebruikt, meldt u dit vooraf tijdens de raadpleging. We willen exact weten welke medicijnen u gebruikt, zodat we het stopzetten of vervangen van deze producten voor de ingreep kunnen organiseren.
U verwijdert voor de operatie alle sieraden, piercings, bril, contactlenzen, gebitsprothesen, gehoorapparaat, make-up en nagellak.
Er bestaan 3 soorten verdoving:
- Lokale verdoving:
uw chirurg verdooft alleen de plaats van de huidinsnede. - Locoregionale verdoving:
de anesthesist verdooft de volledige arm (via een prik in de oksel) of een deel ervan (via een prik op de onderarm). - Algemene verdoving:
de anesthesist brengt u volledig in slaap.
Voor ingrepen onder lokale verdoving wordt u niet geschoren en houdt u uw gewone kleding aan. Wel draagt u best kleding met korte mouwen.
Voor ingrepen onder locoregionale of algemene anesthesie scheren wij mogelijk de lichaamsdelen waar u geopereerd wordt. U draagt tijdens de ingreep een operatiehemd, in plaats van uw gebruikelijk nachtgoed.
Bij koorts of een ernstige verkoudheid stellen we de ingreep best uit. Een lichte verkoudheid vormt geen enkel probleem.
Bij de meeste hand-, pols-, en elleboogoperaties mag u nog dezelfde dag naar huis. Bij sommige ingrepen verblijft u één of twee nachten in het ziekenhuis.
De meeste hand-, pols-, en elleboogoperaties leiden niet tot hevige pijnen. Na het uitwerken van de verdoving valt pijn echter niet uit te sluiten.
Uw chirurg schrijft voldoende pijnstillende medicijnen voor. De pijn moet steeds draaglijk zijn. Zo niet, neemt u best contact op met uw chirurg of de spoedgevallendienst van het Ziekenhuis Oost-Limburg op campus Sint-Jan in Genk of Ziekenhuis Maas en Kempen.
Na uw ingreep krijgt u middelen voor de pijnbestrijding, eventueel gecombineerd met ontstekingsremmers of antibiotica.
Na kleine ingrepen onder lokale verdoving mag u gewoon zelf naar huis rijden.
Na een ingreep onder locoregionale verdoving of algemene narcose rijdt u best niet zelf met de wagen, moto of fiets. Mogelijk bent u bij een ongeval niet gedekt door uw verzekering.
U ontvangt na de operatie de nodige attesten voor werkongeschiktheid. De periode varieert volgens de uitgevoerde ingreep.
Als u deze formulieren meeneemt op de dag van de ingreep, vullen wij deze in. Na de ingreep kunnen deze ook door uw huisarts worden ingevuld.
Tenzij anders meegedeeld laat u dit verband zuiver, droog en dicht tot op de raadpleging voor de postoperatieve wondcontrole raadpleging. U krijgt uw afspraak voor deze raadpleging mee voor uw ontslag uit het ziekenhuis.
Het verband moet droog blijven. Eventueel kan u een speciale beschermhoes aankopen bij uw apotheek of de hulpmiddelenwinkel van uw ziekenfonds. Na 10 tot 14 dagen verwijderen we de hechtingen en mag de wonde weer nat gemaakt worden.
Een operatielitteken blijft gemiddeld 3 tot 6 maanden verhard, verdikt en gevoelig. Zeker in de handpalm kan dit hinderlijk zijn en gepaard gaan met een stramheid van de pols of de vingers. Dit is volledig normaal. Na deze periode mag u opnieuw een normale soepelheid van de huid en de gewrichten verwachten.